Nage-waza

Nage-waza is een verzamelnaam voor alle werptechnieken binnen de judosport. Deze werptechnieken zijn onder te verdelen in vier basis groepen:

1. Te-waza (hand of arm worpen)
2. Koshi-waza (heupworpen)
3. Ashi-waza (been of voet worpen)
4. Sutemi-waza (offer worpen)

Binnen Kodokan judo wordt onderscheidt gamaakt in 67 werptechnieken. 40 daarvan zijn opgenomen in het Gokyo. Oorspronkelijk was dat een lijst van 48 worpen die stamt uit 1895, maar in 1920 heeft men 8 technieken uit het Gokyo gehaald. Deze acht technieken noemt men nu het Habukareta-waza. in 1982 heeft men nog 17 technieken opgenomen in het Shinmeisho. Later, in 1997 heeft men nog twee technieken aan het shinmeisho toegevoegd.
De 40 werptechnieken uit het Gokyo zijn de basis van het judo. Zij zijn verdeeld in 5 groepen van elk 8 technieken. De technieken van de verschillende series uit het Gokyo zijn oplopend in moeilijkheidsgraad. De eerste serie is bedoeld als eisenpakket voor gele band (5de kyu), de tweede serie voor oranje band (4de kyu) en zo voorts via groen en blauw tot de 5de serie voor bruine band (1ste kyu).

Wanneer men een werptechniek juist wil uitvoeren zijn er een paar fases om te doorlopen:

1. Kumi-kata (pakking) men dient op de juiste manier vast te oppakken
2. Kuzushi (balansverstoring) Uke, de valler, dient in onbalans gebracht te worden
3. Tsukuri (inkomen) Tori, de werper, moet klaar gaan staan voor de worp
4. Kake (uitvoering) Het daadwerkelijk werpen.

De verschillende technieken hebben verschillende manieren voor Kumi-Kata, Kuzushi, Tsukuri en Kake. Voor beginnend judoka's is het belangrijk te leren hoe deze 4 fases van elke worp moeten worden uitgevoerd. Voor meer ervaren judoka's is het juist een uitdaging om te onderzoeken welke varianten allemaal bij dezelfde worp kunnen worden gebruikt, zodat ze leren om de techniek in verschillende situaties te gebruiken.

Het Gokyo bestaat uit de volgende technieken:

Dai Ikkyo (Eerste groep)

1. De-Ashi-Harai (voet veeg)
2. Hiza-Guruma (knie draai)
3. Sasae-Tsuri-Komi-Ashi (Enkel draai)
4. Uki-Goshi (kleine heupworp)
5. O-Soto-Gari (grote buitenwaartse maai)
6. O-Goshi (grote heupworp)
7. O-Uchi-Gari (grote binnenwaarste haak)
8. Seoi-Nage (Schouwder worp)

Dai Nikyo (Tweede groep)

1. Ko-Soto-Gari (kleine buitenwaartse haak)
2. Ko-Uchi-Gari (kleine binnenwaartse haak)
3. Koshi-Guruma (heup draai)
4. Tsuri-Komi-Goshi (tillende en trekkende heupworp)
5. Okuri-Ashi-Harai(dubbele voet veeg)
6. Tai-Otoshi (lichaam laten vallen)
7. Harai-Goshi (vegende heup)
8. Uchi-mata (binnenkant dijbeen)

Dai Sankyo (Derde groep)

1. Ko-Soto-Gake
2. Tsuri-Goshi
3. Yoko-Otoshi
4. Ashi-Guruma
5. Hane-Goshi
6. Harai-Tsuri-Komi-Ashi
7. Tomoe-Nage
8. Kata-Guruma

Dai Yonkyo (vierde groep)

1. Sumi-Gaeshi
2. Tani-Otoshi
3. Hane-Maki-Komi
4. Sukui-Nage
5. Utsuri-Goshi
6. O-Guruma
7. Soto-Maki-Komi
8. Uki-Otoshi

Dai Gokyo (Vijfde groep)

1. O-Soto-Guruma
2. Uki-Waza
3. Yoko-Wakare
4. Yoko-Guruma
5. Ushiro-Goshi
6. Ura-Nage
7. Sumi-Otoshi
8. Yoko-Gake

Van de eerste groepen staan tussen de ronde haken de Nederlandse vertalingen / benamingen van de technieken. Voor de overige groepen kunnen dergelijke namen ook worden opgesteld, maar omdat van die technieken meestal alleen de Japanse benaming wordt gebruikt hebben we die hier niet vermeld.